zaterdag 23 februari 2013

SSR: The Beginning

Okee, ik heb het twee weken kunnen uitstellen maar nu ontkomen we er toch echt niet meer aan. Het is mijn favoriete deel van heel Leiden (en ook mijn favoriete gespreksonderwerp). De verenigingen.

Want zo’n studentenvereniging, wat is dat nou? Kort gezegd is het gewoon een gebouw in de stad waar een paar honderd mensen één of meerdere keren per week borrelen. Bier is een euro, dus zo’n vereniging is fijn voor je portemonnee. Tenminste, dat denk je in het begin.
Ergens in je introductieweek in Leiden ga je bij alle (grote) verenigingen een keer langs. Ik kwam maandagavond op SSR, besloot dat ik erbij wilde en dat was dat. Maar er zijn ook mensen die vijf dagen twijfelen en uiteindelijk nergens bij gaan (afrader!). Of mensen die zich bij twee verenigingen aanmelden (nog grotere afrader. Er is er altijd één bij waar je na je moment van aanmelden nooit meer komt)

Na die introductieweek begint op sommige vereniging de KMT: Kennismakingstijd. Meestal is dit een lief woord voor ontgroening, maar laat je niet, ik herhaal NIET tegenhouden door een ontgroening als een vereniging je echt aanspreekt. Het is het waard.
Ergens heb ik nu geen recht van spreken, want mijn geliefde SSR heeft geen ontgroening. Wel een werkweek. Die is ook niet fijn. Helemaal niet fijn zelfs. Lange dagen, zwaar werk, schreeuwende Polen. Ik heb het weekend daarna drie dagen in coma gelegen. Maar misschien moet je ook niet na vier dagen El Cid (feesten!) doorgaan naar drie dagen Lowlands (FEESTEN!) en vervolgens denken dat je die werkweek ook wel even doet. Dat werkt niet.

Je kunt er trouwens voor kiezen om de werkweek af te kopen. Hoe zwaar het ook is, toch zou ik dat niet doen. Het is echt een uitstekende manier om je jaargenoten te leren kennen. En samen afval prikken schept een band. Een paar van mijn leukste SSR-vriendjes en vriendinnetjes heb ik tijdens de werkweek leren kennen.

Na de werkweek is het tijd voor het leuke deel van onze kennismakingstijd: de kampweek. Feesten, drinken, regelen, meer feesten, heel veel nieuwe mensen ontmoeten (don’t worry: je hoeft echt niet al die namen te onthouden. Dat doet niemand. Je komt elkaar toch nog wel tegen). Tegen de tijd dat je vrijdag weer de bus in stapt heb je een permanente kater en ben je, naast je laatste restje zakgeld, ook je onschuld (en in sommige gevallen je waardigheid) kwijt.

Tegen de tijd dat de colleges gaan beginnen hebben alle verenigingen hun ‘externe’ weken gehad en kun je gaan doen waar je je voor hebt aangemeld: je gaat je mengen in je vereniging. Meestal heeft een vereniging de eerste weken nog extra activiteiten voor de eerstejaars, zodat deze de vereniging leren kennen. (Bij SSR zit ik in de commissie die dit organiseert, dus als je komend jaar lid wordt mag ik je vier weken entertainen, hurray!) Ook maak je nu kennis met disputen/jaarclubs/cordialen (afhankelijk van je vereniging). Dit zijn in ieder geval termen die vaak in Leiden gebruikt worden.

Dispuut: groep binnen je vereniging met mensen uit verschillende jaren door elkaar. Een dispuut kan zowel gemengd als ongemengd zijn.
Jaarclub: groep binnen je vereniging met alleen mensen uit jouw jaar. Voor zover ik weet zijn deze ongemengd (dus alleen mensen van je eigen geslacht)
Cordiaal: iets wat Augustinus heeft. Volgens mij is dit gewoon hetzelfde als een jaarclub, maar dan met een originelere naam.

SSR heeft disputen, dus daar ben ik het meest in ‘thuis’. Ik zit zelf bij een gemengd dispuut, maar we hebben ook een aantal dames-  en herendisputen. Sommige disputen hebben dan weer een eigen ontgroening, ook bij ons. Vooral bij Quintus kunnen deze nogal heftig zijn. Maar ook hier geldt: het is het waard! Ze zeggen wel eens: op een studentenvereniging maak je vrienden voor het leven. Ik vond dat altijd nogal overdreven. Maar nu ik hier een halfjaartje zit ben ik het 130% met deze uitspraak eens =)

vrijdag 15 februari 2013

Ik houd van IK!

Het is alweer een tijdje geleden dat ik heb geblogd. Dat komt voor de verandering eens niet doordat mijn internet er weer uitligt, want hoera: de verbinding houdt het al een week vol! Een nieuw record voor mijn huis. Mijn blog-afwezigheid komt ook niet door een gebrek aan inspiratie, want ik heb zelden zoveel leuke dingen gehoord en meegemaakt als afgelopen week. Het is namelijk IK-WEEK!
 
Voordat ik losbarst in het promoten van mijn enorme IK-liefde moet ik misschien eerst even wat achtergrondinformatie geven, anders denken jullie al helemaal dat ik gestoord ben. De IK-week is een jaarlijkse feestweek op mijn vereniging SSR. Oorspronkelijk was deze week bedoeld om nieuwe leden te werven, in mijn ogen is het vooral een reden voor de huidige leden om iedere dag te feesten en te regelen tot we erbij neervallen. De IK-week is naast de introductieweek (El Cid) van Leiden ook de enige week dat er (onbeperkt) externen welkom zijn.  Hartstikke gezellig, want iedereen sleept massaal zijn studie-, huis- of oud-klasgenootjes mee. SSR is normaal gesproken natuurlijk al fantastisch, anders zou ik er nooit lid geworden zijn, maar in de IK-week is het nog tien keer zo episch. Vanavond is de laatste avond alweer, dus studeer je in Leiden en wil je wat SSR-sfeer proeven: kom vooral langs!
 
De week begon maandag al goed met een zoen-college. Ja, je leest het goed: een college over zoenen dus. Theorie én praktijk. De professor liet haar oog al snel vallen op een aantal aanwezige mannen, met wie ze naar eigen zeggen haar lessen gráág mee in praktijk zou brengen. De vriendinnetjes van de genoemde mannen vonden dit iets minder grappig… Na het college duurde het nog even voor de Boer-Zoekt-Vrouw-dixo aanging. Dat leek ons een goed moment om uit te proberen hoe de zes verschillende soorten BOLS-shotjes door elkaar smaakten. Tip: niet doen. Het is smerig.
Slaapscore: 2 uur
 
Dinsdag was een relatief ‘normale’ avond. Ik ging eerst traditioneel met mijn dispuut eten op vereniging Quintus (die hebben een restaurant dat toegankelijk is voor externen). Daarna vertrokken we naar SSR voor een disputenborrelavond. Bier en bessen gaat per meter, en normaal gesproken wordt er flink gezooid. Deze week was dat wat minder, om de toekomstige leden niet teveel af te schrikken… Zooien gaat er bij ons vrij hardhandig aan toe. De blauwe plekken van vorige week zijn nog zichtbaar.

Ook deze avond werd vervolgd door een dixo. Thema: blacklight! De vereniging leek wel te zijn overgenomen door externen, die helaas niet allemaal onze regels volgen… Dat ze witte sokken droegen was al erg genoeg, maar als er íets is wat je bij ons niet moet doen is het wel regelen in de soos. Dat is bah, en daarom mag je met water (of bier) gooien. Erg leuk.
Slaapscore: 1.5 uur
 
Woensdag kwam ik pas rond twaalf uur aan vanwege mijn werk. De dixo was al in volle gang, dus daar hebben we ons vol ingestort. Toch was dit een vrij rustig avondje in verhouding tot de avond ervoor.  Dat wil helaas niet zeggen dat ik zo verstandig was om vroeg naar huis te gaan…
Slaapscore: 1 uur

 Gisteren was het gelukkig drukker dan woensdag. Het grootste deel van mijn dispuut en lichting was aanwezig, dus het beloofde sowieso een mooie avond te worden. En dat bleek inderdaad zo te zijn. Mijn stem is ergens deze avond verdwenen, dus vanavond kan ik waarschijnlijk alleen nog fluisteren. Maar dat is het meer dan waard, evenals het slaaptekort. En ik ben zowaar bijgebleven met mijn studie… Dus ik kan het hele weekend bijslapen =D

Maar stem of geen stem, slaap of geen slaap, studie of geen studie: De IK-week is legendarisch. Ik kan nu al niet wachten op volgend jaar. Dus ik ga langzaam maar eens richting SSR voor de laatste avond van deze topweek. Neighbour Neighbour komt spelen, en die klinken veelbelovend^^
 
 
Credits gaan naar de IK-commissie van dit jaar!

zondag 10 februari 2013

Cupido? Je bent ontslagen.

Studentenleven of niet, vroeg of laat krijgt iedereen ermee te maken. De Liefde. Valentijnsdag komt eraan, en ik kan het niet helpen: hopeloze romantica als ik ben wil ik hier toch aandacht aan besteden. Aangezien ik geen man heb om mijn Valentijnsdag-liefde op te uiten gebruik ik mijn blog maar om mijn frustraties weg te schrijven.

 Ja, ik ben een meisje (had ik dat eigenlijk al gezegd? Volgens mij niet. Ik ben dus een meisje. Weten jullie dat ook weer). En al roep ik nog zo hard van niet, ik vind het geweldig om het meisjes-meisje uit te hangen. Shoppen, schoenen, romcoms, roze frutsels, Taylor Lautner zonder shirt: ik houd ervan. En stiekem verkies ik nog steeds mierzoete mixdrankjes boven een goede wijn. Het is dus niet zo gek dat ik gek ben op alle heisa rondom Valentijn. Al zal ik dat nooit zomaar toegeven. Maar wees even eerlijk: welk meisje heeft nu niet ieder jaar een sprankje hoop op een roos, een kaartje of zelfs maar een sms’je?
 
Toch heb ik een probleempje. Ik heb het net al even gezegd, maar ik mis het belangrijkste wat een meisje nodig heeft op Valentijnsdag. De Man. Waarschijnlijk kan ik op de dag zelf best een man regelen (kwestie van even naar mijn studentenvereniging gaan, een knap exemplaar zoeken, er de nodige drank ingieten en meeslepen naar huis), maar ik zoek toch echt wat meer diepgang. Ik hoef geen jongen voor een avondje, ik wil iemand met wie ik echt kan praten en lachen, iemand met wie ik leuke dingen kan doen en misschien zelfs een relatie mee op kan bouwen. Helaas voor mij denken de meeste mannelijke studenten er ietsjes anders over… De meesten hebben het te druk met het vermijden van pandapunten om echt moeite te doen voor een meisje, en roepen dus ook heel hard dat ze geen relatie willen.

(Voor degenen die niet weten wat pandapunten zijn: als je een maand geen seks hebt gehad krijg je één pandapunt. Sommige studenten tellen echter in weken, en dan staat een maand dus gelijk aan vier pandapunten. De meeste jongens nemen het laag houden van hun pandapunten nogal serieus).

Toen ik in Leiden aankwam had ik nog nooit van pandapunten gehoord. Ook begrippen als kwarrel, twarrel en prela waren mij volledig vreemd. Hieronder heb ik dus even een lijstje gemaakt met begrippen die ik regelmatig hoor. Ook op mijn blog zullen jullie deze begrippen waarschijnlijk vaak voorbij zien komen.

 Twarrel: twijfelachtige scharrel
Scharrel: iemand die je regelmatig regelt. (regelen = zoenen/vozen)
Kwarrel: kwaliteitsscharrel (een scharrel waar je meer in ziet, of een hele-lange-termijnscharrel)
Prela: pre-relatie. Dit is dus het stadium voordat je ‘officieel’ een relatie hebt. Meestal ben je op dit moment ook exclusief, wat betekent dat je niemand anders regelt dan je prela.
Rela: relatie
 
Zoals ik al zei willen de meeste mannen die ik ken geen rela. Het groepje acceptabele mannen dat overblijft heeft grotendeels al een rela (of prela). Dus blijft er niet zo gek veel over. Toen ik lid werd van mijn vereniging had ik de stille hoop dat ik daar hordes aantrekkelijke, single mannen tegen het lijf zou lopen, maar dat is dus vies tegengevallen. Mijn studie bestaat voor 95% uit vrouwen, dus daar hoef ik ook al niet te zoeken. En die ene keer dat ik dan een waanzinnig knappe, én lieve, én single jongen leerde kennen vertrok hij twee dagen later naar het buitenland voor een stage. Nee, het liefdesleven van een studente gaat niet altijd over rozen.
 
Maar ach, zeuren heeft ook geen zin. Mannen houden trouwens niet van zeurende vrouwen. Dus aanstaande Valentijnsdag ga ik niet zitten kniezen. Ik ga mijn mooiste rode jurkje aantrekken. Ik ga hartjespannenkoeken bakken voor mijn lichting. Ik ga lekker stappen met mijn mede-singles. Ik ga er een leuke dag van maken. Niet omdat het Valentijnsdag is en de commercie vindt dat het leuk moet zijn. Maar omdat ik niet afhankelijk wil zijn van een man om 14 februari tot een mooie dag te maken.

donderdag 7 februari 2013

De Keukendwaas.

Op kamers gaan betekent vrijheid. Het betekent zelfstandigheid, een eigen plek, niemand die je vertelt hoe laat je thuis moet zijn of je verbiedt om naast je liefje te slapen. In mijn geval betekende het helaas nog iets anders. Ik moest leren koken.

De meeste mensen die ik ken hebben hun ouders jarenlang geholpen met koken. Vriendinnen van me koken beter dan hun moeder, en zelfs de meeste mannen kunnen nog wel een pasta op tafel zetten. Ik behoorde helaas niet tot die categorie. De enige keer dat mijn ouders een poging waagden om mij te leren koken liet ik de spaghetti aanbranden, liet ik de aardappels tot drie keer toe overkoken en deed ik tijdens het afgieten de rijst in de gootsteen belanden. Toen hebben ze het maar opgegeven.

Dus daar stond ik, vijf maanden geleden. Mijn eerste avond in mijn nieuwe huis. Links van me een pak macaroni, rechts een pot pastasaus, Dit kon toch niet moeilijk zijn?
Na een snelle blik op mijn gloednieuwe gasfornuis deed het eerste probleem zich voor. Thuis hebben wij namelijk een elektrische kookplaat. Daar druk je op een knopje en – bliep – de plaat wordt warm. Nu moest ik op gas koken. Na enig gedraai aan de knoppen ontdekte ik dat daar geen vuur uitkwam, wat ik eigenlijk wel had verwacht. Hmmm. Okee. Hoe kreeg ik dan in vredesnaam vuur uit die gaspit? Helaas zag ik maar één oplossing. Ik belde mijn moeder.

Gelukkig kon mijn moeder me tussen haar lachsalvo’s door uitleggen dat ik lucifers nodig had. Ja, wist ik veel… Dat had ze me best eerder kunnen vertellen. Al snel kwam ik erachter dat ik geen lucifers had. Wel een snackbar om de hoek. En dat was het einde van mijn eerste kook-experiment.

 Maargoed, ik moest er toch ooit eens aan geloven. Het idee van pasta en saus stond me ergens niet zo aan. Dan moest ik namelijk op twee pannen tegelijk letten. Maar toen deed ik bij de Action de meest geweldige ontdekking ooit: pasta met instant-saus!
Ik besloot dat dat mijn eerste zelfgekookte maaltijd zou worden. Dit kon niet misgaan. Breng water aan de kook, gooi de inhoud van het zakje erin,  7 minuten wachten, klaar. Pasta én saus zonder moeite. Bij diezelfde Action vond ik een aansteker, dus dat gas zou nu ook moeten lukken.

En ja hoor, die avond stond er zowaar een bord dampende pasta voor mijn neus. Met tomatensaus en geraspte kaas. En het was werkelijk heerlijk.
‘Lekker hè,’ zei ik met volle mond.
Mijn vriendin, die tegenover me zat, keek me sceptisch aan. ‘Doe je het de volgende keer nou écht zelf? Of moet ik morgen weer voor je koken?’



P.S.
Inmiddels ben ik een echte keukenprinses. Drie keer per week pizza was ook maar saai.

dinsdag 5 februari 2013

Mijn stalen held.

Daar gaan we dan. Mijn eerste post op deze nieuwe blog. Althans, niet helemaal nieuw: dit was eigenlijk een ander type blog waar ik een halfjaar geleden dolenthousiast aan begon. Ik heb toen welgeteld twee posts gehad, toen hield mijn camera ermee op en bloedde de blog ook een beetje dood. Maar deze keer houd ik het wél vol =)
 
Ik zou nu kunnen beginnen met een uitgebreide introductie: wie ben ik, wat doe ik, wat is mijn lievelingseten. Maar dat is voor deze blog niet zo interessant. Ik ga het vandaag over iets, of beter gezegd iemand, anders hebben. Mijn beste vriend, mijn maatje, mijn steun en toeverlaat in Leiden. Ik kan me geen leven zonder hem meer voorstellen.
 
Mijn fiets.
 
Je fiets is je meest waardevolle bezit in Leiden. Zonder fiets moet je namelijk lopen. Daar houden wij luie studenten niet zo van. Je schijnt ook met de bus te kunnen, maar dan moet je eerst naar de bushalte lopen, en uitzoeken welke lijn je moet hebben, en zorgen dat je op tijd bij de halte staat. Dat is allemaal veel te veel gedoe. Bovendien zit de bus altijd mutjevol, en als je pech hebt beland je dan tussen een te dikke, naar zweet riekende man en een oud vrouwtje dat haar rollator op je tenen parkeert. Vandaar: onze grote vriend de Fiets.

Mijn fiets was vrijwel nieuw toen ik hier een halfjaar geleden kwam wonen. Sportief modelletje, nog glanzend en wel, met driedubbele sloten, 20 versnellingen en een kilometerteller. Inmiddels is de kilometerteller gejat, evenals mijn achterlicht. Mijn voorlamp hangt al weken los en tikt gezellig tegen mijn spaken, er zijn twee snelbinders geknapt en het frame is bijna niet meer te zien onder alle stickers van studentenverenigingen. Als ik probeer naar een andere versnelling te gaan loopt mijn ketting eraf en mijn remmen doen het alleen nog als het regent (vraag me niet waarom…) Na zes maanden is mijn hippe fiets verandert in een min of meer rijdende schroothoop. Toch gebruik ik nog steeds mijn driedubbele sloten. Een rijdende schroothoop is immers altijd beter dan helemaal geen fiets, en het maakt een fietsendief helaas niet uit hoe lelijk je fiets is: geen slot betekent geen fiets meer.
 
De sociale fietsencultuur in Leiden is heel anders dan waar ik vandaan kom. Thuis vond ik mijn fiets regelmatig op de grond, met verbogen standaard omdat mijn buurman/buurvrouw niet de moeite wilde nemen mijn fiets te verplaatsen. Hier in Leiden is men lief voor elkaars fiets.  Als je niet bij je eigen fiets kunt haal je braaf de omringende fietsen opzij tot je er wel bij kunt. Ik heb mijn stalen ros hier nog nooit van de grond hoeven rapen. Het gebeurt wel eens dat je hem even kwijt bent: dan staat hij meestal een paar meter verderop in een rek. Ik heb geen idee waarom mensen fietsen zo ver verplaatsen, maar ik heb het al zeker tien keer meegemaakt dus het zal wel normaal zijn.
 
Ja, ik kan echt zeggen dat ik van mijn fietsje houd. Ik hoop dat deze lofzang op de rijdende schroothoop een beetje goed is voor mijn fietsenkarma. Ik moet straks nog weg, en mijn band was vanmiddag opeens een beetje plat…