Ik zou nu kunnen beginnen met een uitgebreide
introductie: wie ben ik, wat doe ik, wat is mijn lievelingseten. Maar dat is
voor deze blog niet zo interessant. Ik ga het vandaag over iets, of beter
gezegd iemand, anders hebben. Mijn beste vriend, mijn maatje, mijn steun en
toeverlaat in Leiden. Ik kan me geen leven zonder hem meer voorstellen.
Mijn fiets.
Je fiets is je meest waardevolle bezit in Leiden. Zonder
fiets moet je namelijk lopen. Daar houden wij luie studenten niet zo van. Je
schijnt ook met de bus te kunnen, maar dan moet je eerst naar de bushalte
lopen, en uitzoeken welke lijn je moet hebben, en zorgen dat je op tijd bij de
halte staat. Dat is allemaal veel te veel gedoe. Bovendien zit de bus altijd mutjevol,
en als je pech hebt beland je dan tussen een te dikke, naar zweet riekende man
en een oud vrouwtje dat haar rollator op je tenen parkeert. Vandaar: onze grote
vriend de Fiets.
Mijn fiets was vrijwel nieuw toen ik hier een halfjaar
geleden kwam wonen. Sportief modelletje, nog glanzend en wel, met driedubbele
sloten, 20 versnellingen en een kilometerteller. Inmiddels is de
kilometerteller gejat, evenals mijn achterlicht. Mijn voorlamp hangt al weken
los en tikt gezellig tegen mijn spaken, er zijn twee snelbinders geknapt en het
frame is bijna niet meer te zien onder alle stickers van studentenverenigingen.
Als ik probeer naar een andere versnelling te gaan loopt mijn ketting eraf en mijn
remmen doen het alleen nog als het regent (vraag me niet waarom…) Na zes
maanden is mijn hippe fiets verandert in een min of meer rijdende schroothoop.
Toch gebruik ik nog steeds mijn driedubbele sloten. Een rijdende schroothoop is
immers altijd beter dan helemaal geen fiets, en het maakt een fietsendief
helaas niet uit hoe lelijk je fiets is: geen slot betekent geen fiets meer.
De sociale fietsencultuur in Leiden is heel anders dan
waar ik vandaan kom. Thuis vond ik mijn fiets regelmatig op de grond, met
verbogen standaard omdat mijn buurman/buurvrouw niet de moeite wilde nemen mijn
fiets te verplaatsen. Hier in Leiden is men lief voor elkaars fiets. Als je niet bij je eigen fiets kunt haal je
braaf de omringende fietsen opzij tot je er wel bij kunt. Ik heb mijn stalen
ros hier nog nooit van de grond hoeven rapen. Het gebeurt wel eens dat je hem
even kwijt bent: dan staat hij meestal een paar meter verderop in een rek. Ik
heb geen idee waarom mensen fietsen zo ver verplaatsen, maar ik heb het al
zeker tien keer meegemaakt dus het zal wel normaal zijn.
Ja, ik kan echt zeggen dat ik van mijn fietsje houd. Ik
hoop dat deze lofzang op de rijdende schroothoop een beetje goed is voor mijn
fietsenkarma. Ik moet straks nog weg, en mijn band was vanmiddag opeens een
beetje plat…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten