Want zo’n studentenvereniging, wat is dat nou? Kort gezegd is het gewoon een gebouw in de stad waar een paar honderd mensen één of meerdere keren per week borrelen. Bier is een euro, dus zo’n vereniging is fijn voor je portemonnee. Tenminste, dat denk je in het begin.
Ergens in je introductieweek in Leiden ga je bij alle (grote) verenigingen een keer langs. Ik kwam maandagavond op SSR, besloot dat ik erbij wilde en dat was dat. Maar er zijn ook mensen die vijf dagen twijfelen en uiteindelijk nergens bij gaan (afrader!). Of mensen die zich bij twee verenigingen aanmelden (nog grotere afrader. Er is er altijd één bij waar je na je moment van aanmelden nooit meer komt)
Na die introductieweek begint op sommige vereniging de
KMT: Kennismakingstijd. Meestal is dit een lief woord voor ontgroening, maar
laat je niet, ik herhaal NIET tegenhouden door een ontgroening als een
vereniging je echt aanspreekt. Het is het waard.
Ergens heb ik nu geen recht van spreken, want mijn
geliefde SSR heeft geen ontgroening. Wel een werkweek. Die is ook niet fijn.
Helemaal niet fijn zelfs. Lange dagen, zwaar werk, schreeuwende Polen. Ik heb
het weekend daarna drie dagen in coma gelegen. Maar misschien moet je ook niet
na vier dagen El Cid (feesten!) doorgaan naar drie dagen Lowlands (FEESTEN!) en
vervolgens denken dat je die werkweek ook wel even doet. Dat werkt niet.
Je kunt er trouwens voor kiezen om de werkweek af te
kopen. Hoe zwaar het ook is, toch zou ik dat niet doen. Het is echt een
uitstekende manier om je jaargenoten te leren kennen. En samen afval prikken
schept een band. Een paar van mijn leukste SSR-vriendjes en vriendinnetjes heb
ik tijdens de werkweek leren kennen.
Na de werkweek is het tijd voor het leuke deel van onze
kennismakingstijd: de kampweek. Feesten, drinken, regelen, meer feesten, heel
veel nieuwe mensen ontmoeten (don’t worry: je hoeft echt niet al die namen te
onthouden. Dat doet niemand. Je komt elkaar toch nog wel tegen). Tegen de tijd
dat je vrijdag weer de bus in stapt heb je een permanente kater en ben je,
naast je laatste restje zakgeld, ook je onschuld (en in sommige gevallen je
waardigheid) kwijt.
Tegen de tijd dat de colleges gaan beginnen hebben alle
verenigingen hun ‘externe’ weken gehad en kun je gaan doen waar je je voor hebt
aangemeld: je gaat je mengen in je vereniging. Meestal heeft een vereniging de
eerste weken nog extra activiteiten voor de eerstejaars, zodat deze de
vereniging leren kennen. (Bij SSR zit ik in de commissie die dit organiseert,
dus als je komend jaar lid wordt mag ik je vier weken entertainen, hurray!) Ook
maak je nu kennis met disputen/jaarclubs/cordialen (afhankelijk van je
vereniging). Dit zijn in ieder geval termen die vaak in Leiden gebruikt worden.
Dispuut: groep binnen je vereniging met mensen uit
verschillende jaren door elkaar. Een dispuut kan zowel gemengd als ongemengd
zijn.
Jaarclub: groep binnen je vereniging met alleen mensen
uit jouw jaar. Voor zover ik weet zijn deze ongemengd (dus alleen mensen van je
eigen geslacht)Cordiaal: iets wat Augustinus heeft. Volgens mij is dit gewoon hetzelfde als een jaarclub, maar dan met een originelere naam.
SSR heeft disputen, dus daar ben ik het meest in ‘thuis’.
Ik zit zelf bij een gemengd dispuut, maar we hebben ook een aantal dames- en herendisputen. Sommige disputen hebben dan
weer een eigen ontgroening, ook bij ons. Vooral bij Quintus kunnen deze nogal heftig zijn.
Maar ook hier geldt: het is het waard! Ze zeggen wel eens: op een
studentenvereniging maak je vrienden voor het leven. Ik vond dat altijd nogal
overdreven. Maar nu ik hier een halfjaartje zit ben ik het 130% met deze
uitspraak eens =)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten