De meeste mensen die ik ken hebben hun ouders jarenlang
geholpen met koken. Vriendinnen van me koken beter dan hun moeder, en zelfs de
meeste mannen kunnen nog wel een pasta op tafel zetten. Ik behoorde helaas niet
tot die categorie. De enige keer dat mijn ouders een poging waagden om mij te
leren koken liet ik de spaghetti aanbranden, liet ik de aardappels tot drie
keer toe overkoken en deed ik tijdens het afgieten de rijst in de gootsteen
belanden. Toen hebben ze het maar opgegeven.
Dus daar stond ik, vijf maanden geleden. Mijn eerste
avond in mijn nieuwe huis. Links van me een pak macaroni, rechts een pot
pastasaus, Dit kon toch niet moeilijk zijn?
Na een snelle blik op mijn gloednieuwe gasfornuis deed
het eerste probleem zich voor. Thuis hebben wij namelijk een elektrische
kookplaat. Daar druk je op een knopje en – bliep – de plaat wordt warm. Nu
moest ik op gas koken. Na enig gedraai aan de knoppen ontdekte ik dat daar geen
vuur uitkwam, wat ik eigenlijk wel had verwacht. Hmmm. Okee. Hoe kreeg ik dan
in vredesnaam vuur uit die gaspit? Helaas zag ik maar één oplossing. Ik belde
mijn moeder.
Gelukkig kon mijn moeder me tussen haar lachsalvo’s door uitleggen
dat ik lucifers nodig had. Ja, wist ik veel… Dat had ze me best eerder kunnen vertellen.
Al snel kwam ik erachter dat ik geen lucifers had. Wel een snackbar om de hoek.
En dat was het einde van mijn eerste kook-experiment.
En ja hoor, die avond stond er zowaar een bord dampende
pasta voor mijn neus. Met tomatensaus en geraspte kaas. En het was werkelijk
heerlijk.
‘Lekker hè,’ zei ik met volle mond.Mijn vriendin, die tegenover me zat, keek me sceptisch aan. ‘Doe je het de volgende keer nou écht zelf? Of moet ik morgen weer voor je koken?’
P.S.
Inmiddels ben ik een echte keukenprinses. Drie keer per week pizza was ook maar saai.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten